Winkelwagen

BLOG

Hoe mijn eigen uitdaging tóch weer een wedstrijd werd

Herman ten Kate - 23 juni 2025

Ik fiets niet zo vaak meer. Want na 15 jaar bijna alles meegemaakt te hebben op een fiets, vond ik het tijd om wat nieuwe dingen te proberen. En vooral ook even gezonde afstand nemenvan de competitie die mijn brein toch altijd weer opzoekt.


De jaarteller stond zodoende pas op 1.500 kilometer. Gelukkig hebben hardlopen en wat woon-werkritjes op de fiets me enigszins fit kunnen houden. Tóch liet ik me verleiden om mee te doen aan Strikhedonia. De volle afstand wel te verstaan.


Kan ik sneller dan de profversie van mezelf?

Ik was vooral nieuwsgierig of ik door ervaring en efficiëntie sneller kon rijden dan in 2021, toen ik nog prof was. Sneller in verstreken tijd (niet beweegtijd) want daar draait het om bij ultra's.


Door deze keer níet te slapen zou dat sowieso gaan lukken. Maar ook de eerste 300 km wilde ik sneller afleggen. Een uitdaging voor en tegen mezelf dus. Dat leek me nog een gezonde vorm van competitie.


VOOR DE START

's Ochtends om 6u45 de trein van Den Haag naar Luxemburg gepakt. De eerste trein pakken kostte inclusief fietskaartje maar €32 trouwens, bizar! Het nadeel: ik kon wel pas om 13 uur starten, een uur later dan toegestaan dus.


In de trein was de challenge al begonnen. 9 witte bolletjes met zoetigheid naar binnen gewerkt om die koolhydraatvoorraad helemaal vol te stampen. En in het gangetje stond de airco op standje Siberië. In het laatste uur van de treinreis ben ik daar récht voor gaan zitten. Lekker die kerntemperatuur omlaag brengen voor een extra buffer tegen de hitte. Met kippenvel en rillingen stapte ik de trein uit.

KM 0 TOT KM 100

Ondertussen waren Bas van Zuidam en Mads De Roos al onderweg voor hun battle. Niet dat dat uitmaakte, want ik deed dit voor mezelf. Toch vond ik het leuk om hier en daar wat extra kolen op het vuur te gooien via WhatsApp.


In de eerste 100 km stonden er meteen 1000 hoogtemeters op de planning, het grote nadeel van de Ardennen. Het voordeel was dan wel weer dat er veel bos was. Zeker op de vele RAVeL-wegen (oude spoorbanen) die op de route lagen.


De hartslag probeerde ik ook bergop onder de 140 te houden, want ik weet van mezelf: als ik één keer over de kook ga met deze hitte, kan ik daar niet meer van herstellen.


Verder werkte ik de eerste uren 100 gram koolhydraten per uur naar binnen: witte bolletjes, reepjes, haribo, dadels, pretzels. Daarbij ging er ook nog 1 liter vocht per uur naar binnen: mijn eigen DIY-variant van Maurten, electrolytenmix en plat water.

DE EERSTE PITSTOP

In La Roche-en-Ardenne lag de eerste stop, bij het toiletgebouw van een camping. Een langere pitstop dan normaal, want ik heb iets gedaan wat ik nooit eerder deed: al mijn eten voor de volledige 400 km inplannen en meenemen.


De voedselpakketten zaten in mijn trailrunning-vest, netjes verpakt per 100 km. Scheelt weer nadenken tijdens de rit. Een andere handige feature van dit vest was dat ik een waterzak van 1,5L mee kon nemen en 2 extra flesjes van 500 ml.


Toch merkte ik dat ik al behoorlijk duizelig was van de hitte. Het vullen duurde lang en voelde me opgejaagd. Ik verspeelde meteen 3 electrolyten tabs en 1 bidon sportdrank door ze na het vullen meteen om te gooien.


Ik reed de camping af en besefte ineens: dit komt niet goed op deze manier. Ik ging terug de camping op om nog even snel een koude douche te nemen onder een tuinslang en een kleine ademhalingsoefening te doen. En door.

KM 100 TOT KM 200

Nog eens 1000 hoogtemeters op de planning. Steeds steilere klimmetjes zorgden ervoor dat het ritme er telkens uit ging. Het werd een beetje vervelend.


Na een tijdje kwam ik door het dorpje Hotton en reed ik over de enige brug van het dorp. De plaats waar onze ex-stagiair Beau van Izerloo dit voorjaar verongelukte. Ik wist dat het op de route lag en dat het de enige weg was. Maar het was wel even heftig om daar langs te fietsen.


Ik heb Beau uitgenodigd om een stukje mee te fietsen en dat maakte de volgende kilometers weer dragelijk. Het is een voorrecht om te mogen leven en op de fiets te zitten.

Het slotstuk van de Ardennen-passage was de Muur van Hoei. Nog nooit opgefietst, dus dan maar nu. Zoals het motto van Strikhedonia luidt: to hell with it!


Bovenop was een kleine begraafplaats. En daar is altijd een waterkraantje. Alles weer bijgevuld, even ademgehaald en op naar de nacht.


KM 200 TOT KM 300

Ondertussen was er een plot-twist gaande tussen Bas en Mads. Bas was oververhit geraakt en maakte het verstandige besluit om te stoppen in Roubaix. Mads had die battle dus al gewonnen, maar ik vond wel dat er iemand druk op Mads moest blijven houden:

"Ik ga de hele nacht door Mads, ik zou niet te rustig aan doen."

Daar gaan we weer. Ik kon het niet laten om er toch maar weer een wedstrijd van te maken. Maar misschien was dat ook wel precies wat ik nodig had om de nacht door te komen.


"Game On" stuurde Mads. Ik wist dat ik kansloos was op pure snelheid, maar hoopte toch nog ergens in de komende uren te kunnen profiteren van zijn jeugdige overmoed of gebrek aan ervaring.


Dus ik bleef steady doortrappen en bleef focussen op veel eten en drinken. Inmiddels was ik in Vlaanderen aangekomen. De wegen werden vlak en de lampjes gingen aan.

KM 300 TOT KM 400

Het werd stil op WhatsApp. Was het focus? Of was het psychologische oorlogsvoering? En zo ja, door wie? Ik weet het niet. Ik weet sowieso weinig meer van die laatste 100 kilometer. Het eten begon behoorlijk tegen te staan, maar ik voelde ook dat ik leeg liep. En na zóveel kilometers doortrappen werkt je brein ook niet heel lekker meer mee.


Na 350 km haalde ik snel nog een colaatje bij de Shell onderaan de Moerdijkbrug. Ik stuurde een video-update naar Mads, benieuwd waar hij zat. Stiekeme hoop dat ik was ingelopen. Dat hij leeg was. Dat ik hem nog de stuipen op het lijf kon jagen voor een ultieme strijd.

15 minuten later krijg ik een foto binnen van Mads, naast het grensbordje van Denemarken. Keihard ingemaakt! Als purist zou ik nog kunnen zeggen dat het niet eerlijk was, omdat ik self-supported reed en Mads wat hulp had ingeschakeld.


Maar als ik naar zijn Strava kijk is er maar één conclusie: dit kan ik niet. En ik twijfel sterk of ik dit in 2021 had gekund. Petje af Mads, diep respect!


Toen het 'wedstrijdje' voorbij was liep het lijf helemaal leeg en werden de laatste 50 kilometer extra pittig. Ik was zó naar de klote, dat ik niet eens de moeite wilde nemen om 100 extra meter te fietsen, zodat het mijn langste rit ooit zou worden. Mijn excuses aan alle Strava-fetisjisten.


Zelf klokte ik af om 5u45 in de ochtend. Sneller dan 2021 in verstreken tijd. En de eerste 300 km in bijna exact dezelfde tijd afgelegd. Die strijd wel gewonnen.


Het was weer een onvergetelijk avontuur! En wat ik toch moet met die eeuwige drang naar competitie is een vraag voor later...

Meer van zulke verhalen lezen?

Wil je BEAT steunen op weg naar de top? En vaker dit soort verhalen in je mailbox ontvangen?


 Sluit je dan gratis aan bij ons BEAT Peloton.